DIANA EL YAAKOUBI VAN ‘T HOF

 

In deze editie het verhaal van Diana El Yaakoubi van ‘t Hof.

In de jaren 90 heb ik eens een korte cursus schilderen op de Volksuniversiteit gevolgd. Thuis tekende ik altijd portretten, daar leerde ik stillevens maken. Ik heb het zo naar mijn zin gehad, ik werd altijd in mijn waarde gelaten.

 

Via Facebook heb ik mijn man leren kennen. Ik voeg niet zo snel mensen als vrienden toe, je hoort zoveel vreemde verhalen. Via via hoorde ik dat het een goed persoon was. We zijn met elkaar gaan praten, schrijven eigenlijk. We gebruikten Facebook messenger. Dat hebben we een half jaar gedaan, daarna nodigde hij mij uit om naar Marokko te komen. Ik hoefde er niet lang over na te denken. Daar stond ik, alleen op het vliegveld van Casablanca. Het eerste uur zag ik niemand. Toen dacht wel even: wat doe ik hier? De mensen daar waren erg aardig. ‘Kom maar met ons mee.’ Of ze wilden een taxi voor me regelen. Maar ik bleef wachten totdat hij eindelijk aan kwam lopen, samen met zijn broer. Bleek dat ze aan de andere kant van het vliegveld stonden. We moesten de bus in, zes uur rijden. Onafgebroken hebben we met elkaar gepraat. Het was een waterval aan woorden. Ik was op slag verliefd. Zoiets heb ik nog nooit meegemaakt. Op het laatst ben ik op zijn schouder in slaap gevallen.

Zijn hele familie ontving mij heel hartelijk, er stond heerlijk eten voor me klaar en mijn bed was boven opgemaakt. We hebben veel koffie met elkaar gedronken, maar ik kon amper met zijn familie praten, omdat ze geen Engels konden. Dat vond ik jammer. De meeste familieleden spraken wel Frans. Toen ik terug in Nederland was, ben ik Frans gaan leren. Zo kwam ik terug bij de Volksuniversiteit. Ik vond het moeilijk in het begin. Dominique, de docente, heeft mij er echt doorheen gesleept. Ze zei: ‘Loop eens door de klas en benoem dingen in het Frans.’ Het wordt echt leuk als je een taal begint te begrijpen. Als je een verhaal bedenkt en dat in het Frans kunt vertellen. Nu kan ik een aardig woordje met zijn familie kletsen.

 

Mijn man en ik trouwden in Marokko bij de Iman. Ik kreeg een mooie jurk van een van zijn zussen. Mijn Islamitische naam is Fatima. Tussen ons voelde het zo goed, geen enkele twijfel. Een match made in heaven.

Er volgde een hoop papierwerk, maar dat is ons allemaal gelukt. Inmiddels woont mijn man hier bij mij in Nederland. Het gaat geweldig, hij heeft inburgeringscursus 2 gehaald en werkt bij vishandel Ruud den Haan in Kralingen.

 

Onze pleegzoon Adyl, een neef van mijn man, komt in september naar Nederland. Hij komt bij ons wonen. Ik kijk daar erg naar uit. Hier kan hij een betere opleiding krijgen. Hij is veertien en spreekt alleen Arabisch. Daarom ga ik in januari Arabische les volgen aan de Volksuniversiteit. Mensen om me heen zeggen: ‘Joh, dat is hartstikke moeilijk!’ Maar ik ga het gewoon proberen. Het is net zoals ik dit huwelijk ben in gestapt: je doet het goed, of je doet het niet.